De ethische richtsnoeren van de ERK berusten op de waarden onafhankelijkheid, integriteit, objectiviteit, transparantie en professionaliteit. Deze gelden voor alle leden en personeelsleden van de ERK.
Ethische richtsnoeren
De ERK erkent de in de
gedragscode van INTOSAI(opens in new window) (ISSAI 130) vastgelegde voorschriften en heeft deze in het eerste deel van haar
ethische richtsnoeren opgenomen, die gelden voor alle leden en personeelsleden van de ERK. Deze richtsnoeren moeten ertoe bijdragen dat de dagelijkse beslissingen, zowel bij het verrichten van controles als bij het besturen van de instelling, in overstemming zijn met de in de gedragscode van INTOSAI vastgelegde beginselen. Het tweede deel van de richtsnoeren heeft betrekking op de ethische verplichtingen die gelden voor personeelsleden die onder het Ambtenarenstatuut vallen.
Gedragscode voor ERK-leden
ERK-leden zijn gebonden aan een
gedragscode waarin hun verplichting is vastgelegd om de volgende ethische beginselen in acht te nemen: integriteit, onafhankelijkheid, objectiviteit, bekwaamheid, professioneel gedrag, geheimhoudingsplicht, transparantie, waardigheid, inzet, loyaliteit, discretie en collegialiteit.
De ERK publiceert de belangenverklaringen en de verklaringen inzake de afwezigheid van belangenconflicten van haar leden in haar
organigram.
Evaluaties van het ethisch kader van de ERK
De hoge controle-instanties van Polen en Kroatië hebben in 2019 een collegiale toetsing uitgevoerd van het ethisch kader van de ERK; beide instanties hebben ervaring op dit terrein. In het
verslag van de collegiale toetsing werd geconcludeerd dat de ERK deugdelijke normen had vastgesteld, waaronder met name haar ethische richtsnoeren voor alle personeelsleden en de gedragscode voor haar leden. Het team voor de collegiale toetsing deed echter specifieke aanbevelingen om te komen tot een nog duidelijker en coherenter ethisch kader van de ERK dat voortdurend wordt verbeterd.
Een verdere evaluatie van het ethisch kader van de ERK werd in 2022 afgerond. Na een evaluatie door een externe consultant, die een aantal aanbevelingen op verschillende gebieden heeft gedaan, zijn de ethische richtsnoeren van de ERK geactualiseerd.
Ethische commissie
De ethische commissie bestaat uit drie door de Rekenkamer benoemde leden die op voorstel van de president voor een termijn van drie jaar worden benoemd (met de mogelijkheid van een eenmalige verlenging): twee ERK-leden en een extern lid dat wordt gekozen op grond van zijn of haar bekwaamheid, ervaring en professionele kwaliteiten.
De ethische commissie bespreekt alle ethische aangelegenheden die zij van belang acht voor de normen en reputatie van de ERK, waaronder de beoordeling van de externe activiteiten van haar leden.
Permanente leden:
-
George Marius Hyzler, ERK-lid
-
Lefteris Christoforou, ERK-lid
-
Melchior Wathelet, voormalig advocaat-generaal bij het Hof van Justitie van de Europese Unie
Plaatsvervangende leden:
-
François-Roger Cazala, ERK-lid
-
Nikolaos Milionis, ERK-lid
-
Maria Eugénia Martins de Nazaré Ribeiro, voormalig rechter bij het Gerecht
Ethisch adviseurs
De secretaris-generaal benoemt ethisch adviseurs uit het midden van het ERK-personeel.
Elk personeelslid heeft het recht en de mogelijkheid om vertrouwelijk en onpartijdig advies in te winnen bij deze adviseurs met betrekking tot de volgende onderwerpen:
- de waarden en beginselen die van het personeel worden verwacht (bijv. onafhankelijkheid, integriteit, onpartijdigheid en professionaliteit);
- specifieke gevoelige kwesties, zoals feitelijke of schijnbare belangenconflicten, aanvaarding van geschenken, enz.
Geschenken en gastvrijheid
ERK-leden mogen geen geschenken aannemen ter waarde van meer dan 150 EUR. Indien zij op grond van diplomatieke gewoonten geschenken ontvangen waarvan de waarde hoger is dan dit bedrag, dienen zij deze over te dragen aan de secretaris-generaal. Het secretariaat van de Rekenkamer houdt een register bij van geschenken met een waarde van meer dan 150 EUR. Dit register is openbaar toegankelijk en is hieronder te vinden. ERK-leden mogen tijdens hun ambtstermijn geen enkele vorm van betaling aanvaarden voor externe activiteiten of publicaties. Indien er een betaling wordt gedaan, dient deze gedoneerd te worden aan een goed doel van hun keuze.
ERK-personeel mag geen geschenken, gunsten zoals maaltijden en accommodatie, of enig ander voordeel van derden aannemen met een geldwaarde van meer dan 50 EUR. Geschenken ter waarde van 50 tot 150 EUR kunnen alleen worden aanvaard met machtiging door het tot aanstelling bevoegde gezag.
Beroepsactiviteiten van hooggeplaatste ambtenaren na beëindiging van hun dienstverband
Op grond van artikel 16 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie zijn alle ambtenaren gehouden na beëindiging van de dienst betamelijkheid en kiesheid te betrachten bij het aanvaarden van bepaalde functies of voordelen. Voormalige ambtenaren die voornemens zijn om binnen twee jaar na beëindiging van de dienst een beroepsactiviteit uit te oefenen, moeten hun voormalige instelling daarvan in kennis stellen, zodat deze kan besluiten dit te verbieden of erin toe te stemmen (in voorkomend geval onder bepaalde voorwaarden).
Voorts bepaalt artikel 16, derde alinea, van het Statuut dat het tot aanstelling bevoegde gezag gewezen hooggeplaatste ambtenaren in beginsel verbiedt om zich gedurende een periode van twaalf maanden na beëindiging van de dienst in te laten met lobby-activiteiten of belangenbehartiging voor hun bedrijf, klanten of werkgevers of belangenbehartiging bij personeel van hun voormalige instelling met betrekking tot kwesties waarvoor ze tijdens hun laatste drie dienstjaren verantwoordelijk waren.
Volgens artikel 16, vierde alinea, van het Statuut moeten alle instellingen, in overeenstemming met de bepalingen van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad, jaarlijks informatie bekendmaken over de uitvoering van de derde alinea, met inbegrip van een lijst van de beoordeelde gevallen.
In dit verslag wordt informatie verstrekt over de beroepsactiviteiten van hooggeplaatste ambtenaren van de ERK na beëindiging van de dienst:
Mededeling over de publicatie van informatie over de beroepsactiviteiten van hooggeplaatste ambtenaren na beëindiging van de dienst (artikel 16, derde en vierde alinea, van het Statuut) — Jaarverslag 2023.
Gerelateerde links